De oudere kat:
Vanaf 7 jaar is je kat senior, en vanaf 11 jaar mag je jouw vriend een oude kat noemen.
Dit betekent ook dat zijn gezondheid, al vanaf 7-jarige leeftijd, om meer aandacht vraagt.
Hoewel je het misschien niet direct aan hem merkt, kan jouw kat iets mankeren.
Als je hem twee keer per jaar voor gezondheidscontrole naar de dierenarts brengt, krijg je meer duidelijkheid.
Vervelende ouderdomsaandoeningen ben je bovendien sneller op het spoor, zodat je kat zo lang mogelijk met zo min mogelijk ongemak bij je kan blijven. En die controles kun je heel eenvoudig voorbereiden met onze vragenlijst!
Tips om de oude kat te helpen:
Een oude kat heeft meestal meer moeite om zichzelf goed te verzorgen. Dat kan duiden op pijn of op ander vervelend ongemak. Schrijf het dus niet zomaar toe aan ouderdom, maar bespreek dit met je dierenarts om pijnlijke aandoeningen uit te sluiten!
Het advies is om 2x per jaar met uw ‘oudere kat’ op controle te komen. Dit kan bij een paraveterinaire of bij een dierenarts. Naast het tijdig bespreken van elke verandering met je dierenarts, kun je je kat helpen door:
– Zijn nagels te knippen, mogelijk op advies van de dierenarts.
– Hem te kammen en eventueel zijn ogen, neus en oren schoon te maken.
– Speciale supplementen te geven, zodat hij haarballen makkelijker kan uitspugen.
– Binnen een kattenbak neer te zetten.
– Regelmatig zijn gebit te checken en contact met de dierenarts te zoeken als je ziet dat hij bijvoorbeeld rood tandvlees heeft.
– Eten in kleine porties aan te bieden, in een (keramieken) etensbak die hij prettig vindt.
– Altijd vers drinkwater neer te zetten en zelfs een beetje water toe te voegen aan zijn natvoer.
– Een warme, rustige slaapplek te creëren waar hij makkelijk kan komen. Zonder te hoeven springen, bijvoorbeeld.